Beton & Staal, aanbesteden en RAW

Als werkzaamheden in de beton- en staalbranche worden aanbesteed dan wordt in heel veel gevallen een RAW bestek in de markt gezet. En de RAW-systematiek kent voor aanbestedingen enkele specifieke bepalingen, waaronder bepalingen die je verplicht moet respecteren bij gebreke waarvan sprake is van een ongeldige inschrijving. De rechtspraak laat zien dat die specifieke RAW bepalingen met regelmaat tot juridische procedures leidt, waarbij de uitkomst voor de inschrijver veelal negatief is. Geschillen die vermeden kunnen worden als je als inschrijver kennis hebt van deze RAW bepalingen. In deze column ga ik aan de hand van een zeer recente aanbestedingsuitspraak over rioleringswerkzaamheden in op de specifieke RAW bepalingen bij aanbestedingen.

Joost Haest, advocaat bij Severijn Hulshof

In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 7 februari 2024 ging het om een Europese openbare aanbesteding ten behoeve van het sluiten van een Raamovereenkomst voor het reinigen en inspecteren van riolering. De Standaard RAW bepalingen 2020 waren van toepassing verklaard.

Alle kosten opnemen in de prijs per eenheid

Een heel belangrijk uitgangspunt bij aanbestedingen op basis van de Standaard RAW bepalingen is dat een inschrijver gehouden is om bij elke prijs per eenheid alle kosten op te nemen die nodig zijn voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting. Voor raamovereenkomsten is dat geregeld in 01.01.06 lid 02[1] van de Standaard RAW bepalingen.

In onderhavige kwestie heeft de aanbestedende dienst getoetst of de inschrijving van de voorlopige winnaar voldoet aan die verplichting. Dat is een toets die de aanbestedende dienst verplicht dient uit te voeren op basis van artikel 01.01.07 lid 01 van de Standaard RAW bepalingen[2]. Uit die toets kwam in dit geval naar voren dat er bij een behoorlijk aantal prijzen per eenheid sprake was van afwijkingen ten opzichte van de door de aanbestedende dienst opgestelde begroting. En dat zou er op kunnen wijzen dat de inschrijver niet heeft voldaan aan de hiervoor geschetste verplichting om alle kosten op te nemen in de prijs per eenheid. De aanbestedende dienst heeft de voorlopige winnaar dan ook gevraagd om een toelichting ten aanzien van een aantal prijzen per eenheid. De voorlopige winnaar heeft vervolgens zeven kalenderdagen voor het verstrekken van een schriftelijke toelichting. Deze verplichte verificatiemethode vloeit voort uit artikel 01.01.07 lid 02 van de Standaard RAW bepalingen.[3]

Prijs voor spoelwagen niet realistisch

Tijdens het verificatiegesprek bleek dat de voorlopige winnaar voor de inzet van een zogeheten spoelwagen een prijs per eenheid heeft gehanteerd die niet realistisch is. De voorlopig winnaar heeft daarop geantwoord dat de prijs per eenheid wel realistisch is als de spoelwagen in combinatie met een rioolreiniger en een zuigwagen wordt gebruikt.

Met die verklaring was het pleit al direct beslecht. Want per saldo verklaart de voorlopige winnaar hier dat i) niet alle kosten voor de spoelwagen zijn opgenomen in de prijs per eenheid en ii) dat de kosten voor de spoelwagen deels verschoven zijn naar de rioolreiniger en de zuigwagen. De Voorzieningenrechter oordeelt – terecht – dat hiermee niet wordt voldaan aan de verplichting uit artikel 01.01.06 lid 02 van de Standaard RAW bepalingen. En op grond van artikel 01.01.07 lid 03 van de Standaard RAW bepalingen is de aanbestedende dienst in zo’n geval gehouden de inschrijving als ongeldig af te wijzen.

De opmerking van de voorlopig winnaar dat zij eventueel verlies op de prijs per eenheid voor de spoelwagen voor eigen rekening wenst te nemen was ook bepaald geen gelukkige opmerking. Los van het feit dat met die opmerking nogmaals bevestigd werd dat niet alle kosten in de prijs per eenheid waren opgenomen heeft per saldo te gelden dat de voorlopig winnaar daarmee verklaart dat hij in de prijs per eenheid een korting verleent. En op grond van artikel 01.01.06 lid 03[4] van de Standaard RAW bepalingen mag een inschrijver géén korting opnemen in een prijs per eenheid. De korting dient immers separaat te worden opgenomen in de staartkosten.

Prijs voor verkeersregelaars niet realistisch

Daarnaast heeft de aanbestedende dienst vastgesteld dat de voorlopig winnaar voor twee verkeersregelaars eenzelfde prijs per eenheid hanteerde als voor de inzet van vier verkeersregelaars. Dat bracht mee dat bij de bestekspost van vier verkeersregelaars de prijs per eenheid – als die werd omgerekend naar één verkeersregelaar – op een dermate laag bedrag uitkwam (€ 13,75 per verkeersregelaar) dat vast stond dat ook in die prijs per eenheid nimmer alle kosten konden zijn opgenomen.

De voorlopig winnaar verklaarde dat hij bij deze bestekspost een calculatiefout had gemaakt. Ook deze verklaring resulteert direct in een ongeldigheid van de inschrijving. De Voorzieningenrechter oordeelt namelijk – terecht – dat dit geen kennelijke fout is die zich voor eenvoudig herstel leent. Het argument van de voorlopig winnaar dat de aanbestedende dienst gezien de opgegeven prijs per eenheid van de twee verkeersregelaars kon herleiden dat de prijs per eenheid voor de vier verkeersregelaars simpelweg verdubbeld moet worden, werd niet geaccepteerd. Het kan immers net zo goed zijn dat de prijs per eenheid voor de twee verkeersregelaars een fout bevat. En daar komt bij dat met een aanpassing van de prijs per eenheid voor de vier verkeersregelaars mede gesleuteld wordt aan de totale inschrijfsom, hetgeen ook niet is toegestaan.

Ook bij deze prijs per eenheid verklaarde de voorlopig winnaar dat zij verlies op de prijs per eenheid van de vier verkeersregelaars wel voor eigen rekening wilde nemen. Maar net als bij de spoelwagen oordeelde de Voorzieningenrechter dat dit resulteert in een korting op de prijs per eenheid hetgeen volgens de RAW systematiek niet is toegestaan.

Wees gewaarschuwd

Deze uitspraak laat duidelijk zien dat inschrijvers zich bij RAW aanbestedingen moeten houden aan de RAW systematiek. En doen zij dat niet, dan leidt dat tot uitsluiting. Inschrijvers. Inschrijvers, wees dus gewaarschuwd.

Een kritische noot ten aanzien van de RAW-systematiek is wel op zijn plaats. Immers, de totale inschrijfsom van een inschrijving kan volledig marktconform en redelijk zijn, maar op basis van één enkele prijs per eenheid – die niet voldoet aan de eisen uit de RAW systematiek of waar een calculatiefout is gemaakt – alsnog ongeldig worden verklaard. Dat voelt zowel gevoelsmatig, bedrijfseconomisch als ook juridisch als een erg zware straf.

 

[1] Bij gewone RAW overeenkomsten is dat artikel 01.01.03 lid 02

[2] Bij gewone RAW overeenkomsten is dat artikel 01.01.04 lid 01

[3] Bij gewone RAW overeenkomsten is dat artikel 01.01.04 lid 02

[4] Bij een gewone RAW overeenkomst is dat artikel 01.01.03 lid 03