Vervaltermijnen

Het ARW 2005 kent twee vervaltermijnen, te weten de Alcatel-termijn van 15 dagen, en een vervaltermijn van 90 dagen na datum opdracht. Laatstgenoemde termijn stond centraal in een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 april 2015 (ECLI:NL:RBROT:2015:2702).

Bard van Veen advocaat bij Severijn Hulshof

In deze kwestie had de opvolgend inschrijver een kort geding aangespannen tegen de gunning op 30 november 2011 aan de winnende inschrijver, stellende dat de winnende inschrijver niet zou voldoen. Na overleg tussen de aanbestedende dienst en klager heeft laatstgenoemde het kort geding op 12 januari 2012 ingetrokken tegen betaling door de aanbestedende dienst van € 90.000,–, waarbij is bepaald dat klager het recht op het instellen van een bodemprocedure behoudt. De bodemprocedure wordt ingeleid bij dagvaarding van 22 maart 2013.

De aanbestedende dienst stelt dat te laat gedagvaard is. Met verwijzing naar de in de rechtspraak en doctrine bestaande algemene consensus oordeelt de rechtbank sprake is van een vervaltermijn van 90 dagen. De bodemprocedure ziet op het verkrijgen van een schadevergoeding en kwalificeert daarmee als een vordering waarvoor de 90-dagentermijn geldt. Het feit dat klager een kort geding aanhangig gemaakt had, sauveert slechts de Alcatel-termijn, en niet automatisch ook de 90-dagentermijn. Tenzij partijen dat expliciet hebben afgesproken, wat de rechtbank hier niet aanneemt. Dat de aanbestedende dienst niet benadeeld is door de late bodemprocedure, is evenmin relevant. Toepassing van de 90-dagen termijn is in casu naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid evenmin onaanvaardbaar, omdat klager na intrekking van het kort geding nog ruim een maand had voordat de 90-dagentermijn zou zijn verstreken, en inmiddels professioneel werd bijgestaan.

Artikel 4.15 Aanbestedingswet 2012 kent vergelijkbare, zij het ruimere termijnen. Waakzaamheid is nog steeds geboden.