De raamovereenkomst
Toepasselijkheid algemene voorwaarden
Op 8 december 2015 heeft het Gerechtshof te Den Bosch een (tussen)arrest gewezen in een drietal geschillen tussen een aannemer en een verhuurder van pontons. Aannemer had ten behoeve van werkzaamheden aan de nieuwe Botlekbrug te Rotterdam een ponton nodig, dat hij van (de verhuurder) geïntimeerde heeft gehuurd. Over de door aannemer te betalen huurprijs ontstaat discussie. Eveneens ontstaat discussie over een door aannemer op zijn beurt aan de verhuurder van het ponton verhuurd ander ponton, alsmede over een aanvaring tussen een werkschip van aannemer en een werkschip van de verhuurder.
Bard van Veen advocaat bij Severijn HulshofUit het uitgebreide arrest is af te leiden dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant in haar eindvonnis in eerste aanleg d.d. 3 september 2014 in de ogen van het Hof een aantal essentiële stellingen en verweren van partijen niet had behandeld.
Eén daarvan was de stelling van aannemer dat de algemene voorwaarden van de verhuurder niet van toepassing waren op hun verhuurovereenkomst. In deze algemene voorwaarden is een beding opgenomen, op grond waarvan bedrijfsschade, zoals stagnatieschade, gevolgschade en gederfde winst, niet voor vergoeding in aanmerking komen. Aannemer had verhuurder wel voor dergelijke schade aangesproken, omdat verhuurder de verhuurde ponton niet op de overeengekomen datum aan aannemer ter beschikking had gesteld. De aannemer heeft zich vervolgens genoodzaakt gezien om een ander ponton in te huren, dat eerst later beschikbaar is gekomen. Ook had aannemer zich beroepen op vernietiging van de algemene voorwaarden, omdat zij niet door de verhuurder ter hand waren gesteld. Omdat de rechtbank deze verweren onbesproken had gelaten, moest het Hof alsnog de discussie met betrekking tot de algemene voorwaarden beslechten.
Hoe de algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn verklaard, wordt door verhuurder betoogd aan de hand van door hem aan aannemer eerder verstuurde facturen. Op deze facturen staat een verwijzing naar de algemene voorwaarden. Met verwijzing naar de relevante rechtspraak oordeelt het Hof dat het niet protesteren tegen de verwijzing naar c.q. toepasselijkverklaring van de algemene voorwaarden op één of meer facturen betreffende eerdere transacties tot gebondenheid aan die voorwaarden bij latere overeenkomsten kan leiden. Of dat zo is hangt echter af van de omstandigheden van het geval, welke omstandigheden het Hof vervolgens langs loopt.
Het Hof stelt allereerst vast dat aannemer niet heeft geprotesteerd tegen de toepasselijkheid van algemene voorwaarden, waarnaar inderdaad op de facturen wordt verwezen, zodat dit op zich voldoende is om de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden te aanvaarden op de overeenkomst ter zake de verhuur van het ponton. Dan moet die overeenkomst wel na de verzending van genoemde facturen tot stand zijn gekomen.
Het Hof stelt vervolgens vast dat de overeenkomst waarop de algemene voorwaarden (ook) van toepassing zouden zijn inderdaad na de verzending van de facturen tot stand is gekomen. Verder oordeelt het Hof dat aannemer richting verhuurder niet het standpunt heeft ingenomen dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. Ook wordt het verweer van aannemer gepasseerd dat de algemene voorwaarden niet ter hand zijn gesteld, omdat op de achterzijde van de facturen die betreffende algemene voorwaarden niet zouden zijn afgebeeld. Als aannemer de betreffende stelling aannemelijk had willen maken, dan had hij de betreffende facturen met daarop aan de achterzijde geen algemene voorwaarden, ter griffie van het Hof moeten deponeren.
Vervolgens oordeelde het Hof dat het verweer van verhuurder dat hij op grond van de aansprakelijkheidsbeperking in de algemene voorwaarden niet aansprakelijk gesteld kan worden voor de door aannemer gestelde schade, eerst bij memorie van antwoord in appèl volledig duidelijk naar voren is gebracht. Het Hof stelt vervolgens vast, dat aannemer daarop nog niet heeft kunnen reageren, welke gelegenheid aannemer krijgt na het onderhavige tussenarrest. Vervolgens dient dan wel tot uitgangspunt dat de algemene voorwaarden van verhuurder van toepassing zijn en niet vernietigd kunnen worden omdat zij niet ter hand zijn gesteld.
Tot slot oordeelde het Hof dat het beroep van de verhuurder op de aansprakelijkheidsbeperking in zijn algemene voorwaarden ook nog van belang zal worden als het beroep van verhuurder op vernietiging wegens bedrog en/of dwaling moet worden gehonoreerd. Dan is de vraag of die aansprakelijkheidsbeperking nog overeind blijft.