Praktijkproblemen bij beeldbestekken
Op 9 november 2017 waren Ruben Chee en Joost Haest van Severijn Hulshof advocaten aanwezig bij een druk bezochte bijeenkomst over beeldbestekken, georganiseerd door de branchevereniging voor groenaannemers VHG. Een interessante bijeenkomst, omdat wij in onze praktijk veelvuldig adviseren over discussies bij beeldbestekken. Harro Verhoeven van het CROW was gastspreker tijdens deze bijeenkomst. Tijdens diverse discussies met een groot aantal groenaannemers en diverse opdrachtgevers werd duidelijk dat beeldbestekken in de praktijk toch voor de nodige knelpunten en geschillen zorgen.
Ruben CheeEen stevig debat
Er ontstond een stevig debat toen Verhoeven de aanwezigen vroeg of beeldkwaliteit heeft geleid tot betere samenwerking tussen opdrachtgevers en aannemers en of het heeft geleid tot betere kwaliteit voor de burger.
Duidelijk werd dat veel groenaannemers deze twee vragen overwegend met “nee” beantwoorden.
De samenwerking tussen opdrachtgevers en aannemers lijkt de nodige problemen op te leveren. Hoewel een enkele aannemer betoogde dat hij wel degelijk goede ervaringen heeft met redelijke opdrachtgevers was de algemene tendens in de zaal dat veel opdrachtgevers het beeldbestek lijken te ‘misbruiken’ om onredelijke kortingen op te leggen. Want wat nu als het gras door overvloedige regenval simpelweg niet gemaaid kan worden omdat het gras dan kapot wordt gereden, maar opdrachtgever legt desondanks toch kortingen op omdat het gras te lang is. Ook bleek dat de rol van inspecteurs beeldkwaliteit omstreden is. Inspecteurs lijken gericht te zoeken naar onvolkomenheden; naar de paar grassprietjes die net te lang zijn. En ook de besteksmeldingen die ontwrichtend zijn voor het reguliere werk werden vaak genoemd. Opdrachtgevers stelden daartegenover een broertje dood te hebben aan aannemers die bij een beeldbestek de grens opzoeken (of er overheen gaan) ten aanzien van het moment van uitvoeren van de benodigde werkzaamheden. Overigens viel op dat opdrachtgevers veel positiever zijn over werken met beeldbestekken dan aannemers.
Enkele aannemers merkten op dat de kwaliteit van het openbaar groen voor de burger achteruit is gegaan met toepassing van beeldbestekken. Bij frequentiebestekken was het straatbeeld spik en span, terwijl de aanbestedende dienst bij een beeldbestek bijna nooit voor het optimale kwaliteitsniveau kiest. Hierdoor is bijvoorbeeld een voetpad dat onkruidvrij moet worden gemaakt in de regel nooit helemaal onkruidvrij, omdat er volgens een B of C kwaliteit nog onkruid te zien mag zijn. Maar de burger is niet bekend met de eisen ten aanzien van B of C kwaliteit en begrijpt niet dat er na uitgevoerde werkzaamheden nog onkruid zichtbaar is.
Tijdens de bijeenkomst bleek dat veel groenaannemers gezien de problemen in de praktijk met beeldbestekken stiekem terug verlangen naar de tijd van frequentiebestekken. Een groenaannemer wist toen precies waar hij aan toe was. Hij werd voor zijn inspanningen beloond. Het risicoprofiel voor de aannemer is met de komst van de beeldbestekken wezenlijk veranderd, omdat de te onderhouden onderdelen op elk moment moeten voldoen aan het voorgeschreven kwaliteitsniveau.
Conclusie
Uit de praktijkvoorbeelden van de groenaannemers blijkt dat beeldbestekken momenteel veel discussies en geschillen opleveren. Het is aan alle marktpartijen om daarmee aan de slag te gaan en verbeteringen door te voeren, of voor een andere oplossing te kiezen. De heer Verhoeven van CROW heeft in ieder geval aangegeven de voorbeelden en de vele negatieve geluiden (maar zeker ook de positieve geluiden) mee te nemen in de komende overleggen van de CROW werkgroep voor beeldbestekken. Tijdens de gezellige afsluitende borrel hebben opdrachtgevers en aannemers direct de mogelijkheid aangegrepen om nader ervaringen uit te wisselen en te spreken over mogelijke verbeteringen.