Aanvullende werkzaamheden bij een RAW raamovereenkomst
Beton storten in de regen en juridische discussies
Het storten van beton tijdens regen hoeft geen probleem te zijn. Het wordt doorgaans pas problematisch als er sprake is van stevige regen waardoor het betonmengsel verdunt of kraters maakt. Maar wat nu als er gestort is met stevige regen en er vervolgens sprake is van gebreken aan het beton? Dan ontstaan er als vanzelf de nodige (juridische) discussies.
Joost Haest advocaat bij Severijn HulshofEen recente uitspraak van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen van 23 augustus 2023 (nr. 37.601) is een sprekend voorbeeld van dergelijke discussies. Zo komen aan bod (i) de door de onderaannemer afgegeven garantie, (ii) de kwaliteit van de door de hoofdaannemer geleverde beton, (iii) de volgens de onderaannemer door de hoofdaannemer gestelde eis dat de betonstort ondanks de regen moest doorgaan en (iv) de goedkeuring van de betonwerkzaamheden door de hoofdaannemer.
Het ging in deze kwestie om een betonwerk voor de onderbouw van een parkeerkelder en een tunnel voor nieuwbouw van 35 appartementen. Op het werk waren de Stabu Standaard 2012 en UAV 2012 van toepassing. Na oplevering was er sprake van slijtage van de toplaag van de hellingbaan waardoor de verwarmingsleidingen bloot kwamen te liggen en de toplaag verbrokkelde. Verder had de hoofdaannemer holle ruimten ontdekt in de hellingbaan waardoor volgens de hoofdaannemer niet volstaan kon worden met herstel van de toplaag. Verder blijkt dat er plaatselijk sprake is van een stortnaad tussen de onderlaag en de toplaag van de hellingbaan.
Slijtage toplaag
De arbiter begint met de vaststelling dat de onderaannemer op basis van de afgegeven garantie gehouden is de gebreken aan de hellingbaan op eerste aanzegging en op eigen kosten te herstellen, tenzij de onderaannemer aannemelijk maakt dat de gebreken niet aan haar kunnen worden toegerekend. De onderaannemer betwist niet dat hij garantie heeft verstrekt, maar stelt zich op het standpunt dat de gebreken niet aan haar kunnen worden toegerekend.
Allereerst is er discussie geweest over de kwaliteit van de door de hoofdaannemer geleverde beton. De arbiter stelt vast dat uit e-mail correspondentie blijkt dat de hoofdaannemer voor de toplaag van de hellingbaan beton van de kwaliteit C30/37 XC3 heeft geleverd. Deze beton is in beginsel geschikt en onderaannemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat er gebreken kleven aan de geleverde beton. Daarmee was deze discussie snel beslecht.
Vervolgens stelt de onderaannemer dat de gebreken aan de hellingbaan ontstaan zijn doordat de hoofdaannemer, terwijl het regende op de dag dat de stort gepland stond, eiste dat onderaannemer de toplaag toch zou storten. Die regen was veel erger dan voorspeld, waardoor de toplaag niet voldoende heeft kunnen uitharden en de Quartz uit het verse beton is gespoeld.
Arbiter acht het aannemelijk dat de toplaag tijdens de uitvoering is beschadigd als gevolg van het storten tijdens aanzienlijke regenval. Dat is een uitvoeringsfout waarvoor de onderaannemer ook los van de afgegeven garantie aansprakelijk is. De onderaannemer heeft tegenover de betwisting door de hoofdaannemer niet aannemelijk gemaakt dat de hoofdaannemer haar op enige wijze heeft gedwongen de hellingbaan op het geplande moment te storten ondanks de in weerberichten voorspelde regenval. Het is bij uitstek de verantwoordelijkheid voor de onderaannemer om te beslissen of de weersomstandigheden geschikt zijn voor de op dat moment te verrichten werkzaamheden. Als dat niet het geval is, moet hij de werkzaamheden niet uitvoeren of passende maatregelen treffen om schade te voorkomen. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van een tentconstructie tijdens de stort. Dat de QA/QC manager van de hoofdaannemer zowel voor de betonstort als na het afronden van de betonstort de kwaliteit van de werkzaamheden van de onderaannemer heeft goedgekeurd, doet hier volgens arbiter niet aan af.
Arbiter oordeelt dat de onderaannemer aansprakelijk is voor de gebreken aan de toplaag van de hellingbaan en de onderaannemer zal deze op grond van de garantie moeten herstellen.
Stortnaad
Hoewel er in beginsel geen stortnaden aanwezig zouden moeten zijn is er volgens arbiter geen enkele aanwijzing dat deze stortnaad de levensduur en/of functionaliteit van de hellingbaan zal beïnvloeden. De vordering tot herstel van de stortnaad of enige vergoeding wordt dan ook afgewezen. .
Holtes in het beton
In een ingebracht deskundigenrapport wordt geconcludeerd dat er bij 1% tot 3% van het oppervlak van de hellingbaan sprake is van holtes in het beton.
In beginsel zou het beton tijdens de uitvoering zodanig gestort moeten zijn dat er geen noemenswaardige holtes in voor zouden komen. De enkele aanwezigheid van de holtes zou daarom volgens arbiter wellicht formeel kunnen worden aangemerkt als gebrek. De omvang en het aantal van de geconstateerde holtes is echter dusdanig gering dat er geen sprake van is dat de levensduur of functionaliteit van de hellingbaan erdoor wordt beïnvloed. Deze holtes zijn niet zo groot als de eerder ontdekte holtes, die waarschijnlijk inderdaad zijn veroorzaakt door de in het kader van het herstel van de aanwezige verwarmingsbuizen toegepaste hydro demolition zoals onderaannemers ook steeds heeft gesteld.
Voor zover de kleine holtes in het beton kunnen worden aangemerkt als gebrek, rechtvaardigt het met herstel te dienen belang van opdrachtgever niet de daarmee gemoeide kosten en omdat er geen schade voortvloeit uit de holtes kan ook geen sprake zijn van schadevergoeding voor dit onderdeel.
Conclusie
Hoewel de onderaannemer niet verantwoordelijk wordt gehouden voor het herstellen van de stortnaad en de holtes in het beton, dient hij wel voor het herstel van de toplaag te zorgen. Een goed en zorgvuldig aannemer had dit kunnen voorkomen door ofwel niet te storten tijdens de stevige regenbui, ofwel voorzieningen te treffen zoals het plaatsen van een tent, ofwel schriftelijk vast te leggen dat de hoofdaannemer eiste dat de betonstort moest doorgaan ondanks de regen en het ontbreken van voorzieningen.
In Beton& Staalbouw november 2023