Onduidelijk hoe het begrip ‘referentieproject’ moet worden uitgelegd. En mogelijke vermenging van eisen?
Back to back
In onderaannemingsovereenkomsten wordt vaak gepoogd ‘back to back’ te contracteren. Kort gezegd wil de hoofdaannemer daarbij alle bedingen uit zijn overeenkomst met zijn opdrachtgever één op één doorleggen naar de onderaannemer. Daardoor wordt het risico voor de hoofdaannemer beperkt omdat hij in geval van tekortkomingen door de onderaannemer in principe dezelfde aanspraken heeft op zijn onderaannemer als de opdrachtgever op hem.
Leendert van den Berg adovcaat bij Severijn HulshofVaak gaat het echter mis bij het formuleren van de daarop gerichte contractclausules. Zo wordt vaak vergeten dat indien een boetebeding van de opdrachtgever voor termijnoverschrijding één op één van toepassing verklaard wordt naar de onderaannemer, deze in beginsel tot niet meer gehouden is dan het vergoeden van de door de opdrachtgever opgelegde boete. De eigen kosten die de hoofdaannemer moet maken wegens een door de onderaannemer veroorzaakte vertraging worden daarbij echter dan niet gedekt nu de boete tot een beperking van de schadeplichtigheid kan leiden. Ook op de geschillenclausule gaat het vaak mis. Een voorbeeld hiervan is te vinden in een recente uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (RBOBR:2014:5466). De hoofdaannemer had bedongen dat de bepalingen uit de hoofdopdracht ook in de onderaannemingsverhouding van toepassing waren. Op die hoofdopdracht was de UAV2012 van toepassing met daarin het bekende arbitrale beding. De (rechtsopvolger van) de onderaannemer spreekt de hoofdaannemer vervolgens bij de rechter aan op betaling, waarna de hoofdaannemer zich –via de hoofdovereenkomst- beroept op het arbitrale beding uit de UAV2012. De Rechtbank oordeelt daarover dat de UAV op de hoofdovereenkomst van toepassing is en daarmee in beginsel ook op de onderaannemingsovereenkomst. Daarna gaat het echter mis voor de hoofdaannemer omdat de Rechtbank verder oordeelt dat de UAV2012 niet aan de onderaannemer ter hand zijn gesteld. Daarmee kwam –volgens de Rechtbank- de onderaannemer het recht toe het arbitragebeding de UAV2012 (als algemene voorwaarden) te vernietigen. Hoewel de uitspraak niet beeldbepalend is, omdat een dergelijk beroep op vernietiging niet toekomt aan grotere zakelijke partijen, is het wel een waarschuwing aan hoofdaannemers om goed op hun ‘back to back’ contractering te letten.